Noodplancoördinator Ann Leemans – [email protected] – 052 36 51 27
- Psychosociale hulpverlening, waarbij we ook kunnen doorverwijzen naar slachtofferhulp indien dit nodig blijkt
- Hulp bij zoektocht naar nieuwe woonst
- Administratieve hulpverlening
- Contact tussen hulpvraag en hulpaanbod (huisraad…)
Frauke De Vriendt – [email protected]
Als bewoner blijft je domicilie op je huidige adres staan, ook al is je woning ondertussen onbewoonbaar verklaard. Wat je wel kan doen is aan de dienst burgerzaken laten weten dat je ondertussen elders verblijft en hiervoor je “tijdelijke afwezigheid aangeven”. Het voordeel hiervan is dat alle officiële instanties die het Rijksregister gebruiken daarvan dan ook op de hoogte zijn. De aanvraag tot “tijdelijke afwezigheid” kan je opstarten door bijgevoegd document in te vullen, te ondertekenen, in te scannen en door te sturen naar [email protected], of een afspraak maken bij de dienst burgerzaken via https://afspraken.opwijk.be en te kiezen voor “melding tijdelijke afwezigheid”.
Indien jullie definitief zouden verhuizen en niet meer de intentie hebben om terug te keren naar jullie woning in de Kloosterstraat, dienen jullie uiteraard officieel jullie verhuis door te geven en dit in de gemeente waarbinnen of waar je naartoe verhuist. Voor Opwijk kan dit via het digitaal loket: https://www.opwijk.be/verhuis-binnen-of-naar-opwijk
> wat gebeurt er met een ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woning?
Elke ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woning komt in de Vlaamse Inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen (“VIVOO”). Wonen-Vlaanderen beheert de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.
> welke gevolgen heeft de opname op de inventaris?
Er is een heffingsplicht voor de woningen op VIVOO.
Maar wanneer de woning onbewoonbaar is geworden door een ramp (bv. brand) kan u een vrijstelling van heffing aanvragen. Vanaf de datum van de ramp geldt er een vrijstelling van twee jaar. Bij een vrijstelling van heffing blijft uw woning geïnventariseerd, maar moet u voor de periode van vrijstelling geen heffing betalen.
Als u de woning waar u eigenaar van bent als hoofdverblijfplaats bewoont en geen andere woning in eigendom hebt, bent u ook vrijgesteld van de Vlaamse heffing zolang deze twee voorwaarden voldaan zijn.
> aavraag van de vrijstelling van de vlaamse heffing
In samenspraak met de dienst kwaliteitsbewaking van Wonen-Vlaanderen werd afgesproken dat de vrijstelling door de gemeente, in naam van de eigenaars, aangevraagd zal worden. Op deze manier moet niet elk van jullie dit afzonderlijk in orde brengen.
Indien u nog vragen heeft, kan het woonloket u hierbij helpen:
GAC I – Woonloket (enkel op afspraak), Marktstraat 55, 1745 Opwijk – 052 36 51 46 – [email protected]
Dinsdag 9u – 12u / 13u30 – 16u / 18u – 20u
Donderdag 9u – 12u
Vrijdag 9u – 12u
U kan een tijdelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing bekomen na renovatie of sloop en vervangbouw van verwaarloosde, ongeschikte of onbewoonbare woningen of bedrijfsruimten.
Van zodra u het aanslagbiljet onroerende voorheffing ontvangt, kunt u een vrijstelling aanvragen. Hiervoor neemt u contact op met de Vlaamse Belastingdienst via het gratis nummer 1700 (afdeling onroerende voorheffing). Zij helpen u verder met uw aanvraag.
De gemeente richtte een steunfonds voor de getroffen burgers op: www.opwijk.be/steunfonds-voor-slachtoffers-brand-kloosterstraat
Op 4 mei heeft de werkgroep binnen de gemeenteraad een akkoord bereikt over de verdeling van het noodfonds. Bedoeling is dat we reeds op 9/5 (1 maand na ramp) al een eerste deel ‘verdelen’.
Hierbij de uitgangspunten, die ik ook morgen zal toelichten:
– elke euro die in het fonds gestort worden gaat naar de slachtoffers
– eerlijke, rechtvaardige en duidelijke verdeling uitgaande van de slachtoffers (en niet gebouw)
– we houden rekening met feitelijke toestand van bewoning op moment van de ramp
– we zien dit als een soort extra steun naar de slachtoffers, los van vergoedingen door verzekeringen, los van ieders individuele situatie
– er wordt gewerkt met een puntensysteem met weging waarbij een bewoner staat voor zoveel punten, een eigenaar voor zoveel punten, een bewoner van dakappartement zijn punten worden verdubbeld, een eigenaar van dakappartement zijn punten gaan x 1,5, aantal gezinsleden geeft ook aantal punten. Een eigenaar die zelf in zijn appartement woont krijgt dus de uitkering voor eigenaar en voor bewoner samen geteld.